Reisverhaal dag 4: Verrassing!
14 november 2022 - Serrekunda, Gambia
De morgen begint met een tapalapa met smeerkaas, pindakaas en chocopasta. Lekker een kopje oploskoffie erbij en een malariatablet en we zijn klaar voor de dag. We pakken 6 vuilniszakken met kleding die we gistermiddag nog ingepakt hebben. In elke zak zit kleding en schoenen voor elke leeftijd. We kopen in de shop vlakbij nog een tapalapa voor vanavond. Mohammed pakt hem met liefde in. Zoals je ziet hebben we nog wat te lezen vandaag. Jan, Jans en de kinderen, midden in Gambia wat een verrassing!
We halen10 zakken rijst en rijden in the middle of nowhere en ineens zie je dan een huisje. Bij de eerste compound waar we stoppen maakt Alhagy de poort open en heeft gelijk de hele deur in z’n hand.
Helaas zien we dat er niemand thuis is, dus reizen we verder. We gaan ergens links, dan weer rechts, moeten keren omdat het doodloopt of omdat het geen weg is waar een auto langs kan. Dan doemt er ineens een huisje op. Het hekwerk dient als droogplek voor de was en in deze tijd van het jaar, de winter, kan je natuurlijk niet zonder muts zitten, dus die ‘staat’ te drogen.
We lopen de compound op en zien een hele riedel kinderen en twee vrouwen. We zetten de zak rijst neer en iedereen wil ons een hand geven en bedanken. Er wordt van alles gezegd in een taal die we niet begrijpen maar de dankbaarheid die voelen we heel goed. Stef deelt wat snoepjes uit, we maken nog een familieportret en stappen in. Ze blijven zwaaien tot we de hoek om zijn: geslaagde verrassing.
Op de hoek van de straat (lees: zandweg) hangt een man uit een smal raampje. We stoppen omdat de compound er arm uitziet. Hij roept dat we “highly welcome” zijn en komt naar buiten. We laten een zak rijst en zak kleding achter. Nadat ze ons uitgebreid bedankt hebben, ons Gods genade en zegen hebben toegewenst en wij vier keer hebben geantwoord met “amen”, kunnen we de auto instappen en rijden we door. Ineens moeten we wachten omdat er een jongen met een ezelwagen aan komt. Hij heeft bladeren gekapt om een hek mee te maken en hij wil graag op de foto.
We rijden verder en zien in de verte twee vrouwen aan komen lopen door het mulle zand. Ze hebben gewerkt ergens in de tuin, op het land of zomaar ergens in de bush. Als we ze bijna passeren, komen we vast te zitten in het zand. We kunnen niet voor- of achteruit. We stappen uit (scheelt toch aardig wat kilo’s) en Alhagy graaft het zand bij de voorwielen weg. Dan gaat Ellen achter het stuur zitten en Stef en Alhagy en die vrouwen duwen de auto naar achteren: het werkt! We zijn los! Als dank en verrassing geven we de vrouwen een zak rijst mee. Geen idee hoe ver ze nog moeten, geen idee hoelang dat duurt, maar we weten dat ze nu 25 kilo meer meeslepen en aan de blije gezichten te zien, vinden ze dat geen enkel probleem.
‘Hoe vind je nou zo’n compound?’, horen we jullie denken. Tja, dat is eigenlijk niet zo moeilijk. We kijken alle drie om ons heen en dan roept iemand vanzelf welke compound het moet worden. We merken dat Alhagy sneller een compound ziet dan wij. Hij ziet dan door de struiken en bomen in de verte ineens een dak of zo en dan gaan we die kant op en blijkt het inderdaad een arme compound te zijn. Je ziet het aan alles: scheuren en gaten in de muren, half ingestort of er is weinig tot geen cement gebruikt. Zo ook deze compound waar we een pasgeboren baby aantreffen. De moeder maakt ons duidelijk dat er binnen een baby is en ze neemt ons mee naar een plek waar een heel klein frummeltje ligt te slapen. Geen weet van de wereld, geen weet van arm en rijk, geen weet van blank of gekleurd… en wij hebben geen weet van haar toekomst… het enige wat we kunnen is een zak rijst achterlaten bij haar moeder in de hoop dat de baby daardoor goed gevoed wordt.
We laden de auto nog een keer vol en komen op plekken waar we niet eerder waren. De reacties van mensen zijn goud waard! De één blijft in verbijstering achter. De ander lacht breeduit en bedankt ons wel 20 keer. Soms zijn het korte, snelle bezoeken en is er geen tijd voor de bewoners om te reageren, maar als we wegrijden horen we dan alsnog “abaraka” of wordt er ineens hard gelachen. Soms zijn de mensen te verrast en vragen ze wie ons gestuurd heeft, waarom we dit brengen en of we mee willen eten, willen zitten of binnen willen komen. Het voelt soms ongemakkelijk. Onze reacties zijn ook elke keer wisselend: de ene keer verlaten we de compound in stilte en de volgende keer hardop lachend of zwaaiend. Elke keer geraakt door wat we zagen of hoorden. Ook wij worden verrast.
Opnieuw laden we de auto vol en de shopeigenaar is zo blij met zijn handel dat we gratis een flesje (mierzoete) orangedrink meekrijgen. We zijn oprecht verbaasd, verrast en dankbaar en uiten dat ook naar hem toe. Goh, ineens realiseren we ons dat hij ons verraste zoals wij ook mensen verrassen; hoe gaaf is dat!
We bezoeken zoveel compounds dat we soms niet meer weten wat waar gebeurde, maar de foto’s helpen ons. Zo komen we bij een man die van een lege roze rijstzak touw maakt. Hij houdt het vast met zijn voet.
Onderweg delen we her en der snoepjes uit en de kinderen zijn blij met hun mentos en pepermunt: een echte verrassing! Meestal steken we er zelf ook eentje in onze mond zodat ze zien dat het ‘minties’ zijn en geen paracetamol. We komen op een plek waar de man des huizes de koe aan het melken is. Zijn dochter haalt water uit de put en wij leggen een zak rijst neer. Ze blijven ons bedanken en vertellen ons dat God ons alles zal geven wat we nodig hebben. Ook hier antwoorden we met ‘amen’ en verlaten de compound in de wetenschap dat de rijst hier heel goed van pas komt.
Verderop zien we huisje dat bijna op instorten staat. De deur staat open maar er is niemand thuis. We besluiten de zak rijst achter te laten en omdat de deur toch open staan, zijn we zo brutaal de rijst binnen neer te zetten. Als die mensen terugkomen en die zak rijst zien staan… die reactie… die lijkt ons onbetaalbaar! Helaas kunnen we niet blijven om heel hard “verrassing” te roepen zodra ze binnenkomen, want we zijn nog niet ‘leeg’.
Alhagy weet nog een compound waar de rijst meer dan welkom is. Ellen is er in mei ook geweest. Er woont een moeder met haar dochter en kleinkinderen. De moeder is een oude dame. Ze zit op een stoel met een ontbloot bovenlijf. Haar dochter zit naast haar in een rolstoel omdat ze een beroerte heeft gehad. Deze vrouw is jonger dan wij zijn… Haar moeder staat langzaam op en blijft ons bedanken en blijft bidden terwijl ze ons omhelst. Ietwat ongemakkelijk drentelen we wat rond en lachen we naar haar. Haar dochter weet heel goed wat er gebeurt want haar ogen glimmen en met één hand probeert ze ons te bedanken. In stilte rijden we weg en zeggen tegen elkaar dat gezondheid eigenlijk het enige is dat telt en dat we dankbaar zijn dat wij die gezondheid hebben... "Amen!"
Goed om te lezen
Zo leuk om de verhalen weer te lezen
Mooi te lezen dat Ellen’s uitdrukking:” Hoe gaaf is dat” echt universeel is.
Een diepe buiging voor jullie!!!🍀