Reisverhaal dag 6: Een klein gebaar
16 november 2022 - Serrekunda, Gambia
De ochtend begint met een frisse duik in het zwembad dat sinds gisteren gevuld is met water. Wat een extreme luxe is dit zeg! Eigenlijk is het een enorme tegenstelling en bijna niet te geloven omdat het verblijf echt basic is en dan toch is er een zwembad. Vanmorgen maken we er dankbaar gebruik van. Na een paar baantjes komen we verfrist uit het water en drogen we ons af, smeren we ons in, trekken onze kleren aan en gaan we richting ontbijt. Het ontbijt is elke dag hetzelfde en iedereen haalt z’n smeersels uit dezelfde pot. De chocopasta is vloeibaar door de warmte en kleeft in slierten aan de buitenkant. De Gambiaanse kokkin ziet het blijkbaar niet. Dus maken wij elke dag de buitenkant van die pot schoon; het is maar een klein gebaar…
Alhagy komt ons om tien uur halen zodat wij tijd hebben om nog wat zakken te vullen met kleding. Van alles komen we tegen. Soms herkennen we kleding van onszelf, van vrienden, van Joris en Marijn. Wat bijzonder dat we zoveel uit kunnen delen. De bananendozen die leeg zijn, geven we aan Mohammed. Hij heeft een shop op onze compound en kan deze dozen wel gebruiken. Zo worden ook de dozen weer goed gebruikt; het is maar een klein gebaar…
We vertrekken met 10 zakken kleding richting Serrakunda. Deze grote plaats staat bekend om haar grote markt. Er wordt van alles verkocht: groente, fruit, (verse, gedroogde of gezouten) vis, zeep, huisraad, kippen en kleding. We nemen onze 10 zakken kleding mee en zoeken een plek uit… Nee hoor, dat is een grap! We hebben niet zelf een plek op de markt! Het is gewoon altijd een belevenis om daar een paar boodschappen te doen. We kopen wortels, komkommer, tomaat, bananen en sinaasappels. Het is megadruk. Mensen met kruiwagens, jongens die tassen verkopen, vrouwen met kinderen op de rug en emmers op het hoofd duwen en trekken. Dan komt er ineens een scooter voorbij. Alles kan hier, niks is te gek. We worden aangesproken door veel mensen en lopen glimlachend en “hello, how are you, we are fine” – zeggend achter Alhagy aan. Hij kijkt om de tien meter om of wij nog volgen en hoe het gaat. Er is geen moment dat we ons onveilig voelen tussen zo ongelofelijk veel mensen. In deze mensenmassa voelen we dat we aangeraakt worden. Zo’n toubob met die witte huid voelt zacht aan, die moet je even aaien. Het is maar een klein gebaar…
Na deze belevenis stappen we in de auto en rijden we naar de “oesterdames”. De weg is slecht en de reis verloopt traag omdat we ook tien zakken rijst mee hebben. Voor ons kruipt een oude, afgeladen volle truck en daarachter een taxi. Kuilen en gaten, de truck helt daardoor regelmatig gevaarlijk schuin naar links of naar rechts. Het gaat elke keer maar net goed. We kruipen voort over de rode zandwegen. De truck slaat linksaf (een heel fijn, klein gebaar voor ons!) en wij kunnen iets sneller rechtdoor. Aan het einde van een weg die eeuwig lijkt te duren, is het stil en idyllisch. We stappen uit. Het is jammer dat de oesterdames er niet zijn, het is te vroeg in het seizoen blijkbaar, maar het is een prachtige plek. Overal oesterschelpen op de grond, krabben duiken in gaatjes als we lopen, een oude vissersboot en overal ligt kleding van de vissers te drogen. We genieten van het uitzicht op de mangroves, maar weten dat we hier niemand zullen vinden dus moeten we op zoek naar een ander plek waar we onze spullen kwijt kunnen.
Lang hoeven we niet te rijden. We willen kijken of in de nabijgelegen steengroeve dames aan het werk zijn. Maar voordat we die steengroeve bereiken, stoppen we bij een paar huisjes die één en al armoede uitstralen. We worden begroet door verbaasde mensen en mensen waarvan het gezicht zich opent en gaat stralen. We schudden handen, lachen en buigen ons hoofd als klein gebaar op de geuite dankbaarheid.
Als we de steengroeve bereiken, zien we dat er veel gebouwd is en nog steeds wordt. We vragen ons hardop af wie dan toch bedenkt dat je in zo’n steengroeve je (grote) huis gaat bouwen om daar vervolgens te leven. Verderop zien we een hele groep mannen aan het werk en her en der zien we ook vrouwen. Een vrouw loopt ons nietsvermoedend tegemoet en Alhagy zegt tegen haar dat we verderop stoppen en dat we iets voor haar hebben. Haar gezicht is verbaasd, maar zonder vragen te stellen, rent ze achter ons aan. We stappen uit en mensen kijken ons aan met een blik die lijkt te vragen: “Wat komen jullie hier doen?” Alhagy roept alle vrouwen bij elkaar. Wij nemen een beetje afstand en zeggen tegen elkaar dat we dit beter aan Alhagy kunnen overlaten. Als Alhagy de kofferbak opent en de vrouwen een zak rijst of kleding geeft barst het los: er wordt gegild, gelachen, geroepen. Vrouwen klampen ons aan en blijven ons ‘abaraka’ toeroepen. Ze komen biddend en dankend voor ons staan en wij staan er wat schaapachtig, verlegen lachend bij. Er is nog 1 zak kleding over zien we. Dan komt er een man aanlopen die doet alsof hij een vrouw is. Hij heeft een kleed omgeslagen alsof het een rok is en zet een hoge stem op. Het is hilarisch! Iedereen lacht en wijst. Ook wij liggen in een deuk. We bedenken ons niet en belonen deze man met de laatste zak kleding. Lachend stappen we in en zeggen tegen elkaar dat we elkaars taal niet spreken maar dat we elkaar zojuist heel goed begrepen; door een woord en een (klein) gebaar…
Moe en voldaan rijden we naar de compound om nog een duik te nemen in ons zwembad. Zodra we ‘thuis’ zijn, checken we altijd ons blog: “Zijn er nog reacties?” We vinden het contact met jullie via blog en whatsapp heel fijn. We horen vaak van jullie: “Wat goed dat jullie dit doen!” Maar dan vergeten jullie je eigen rol, want dankzij jullie kunnen we zoveel doen hier. Een zak rijst en een zak kleding; het is maar een klein gebaar…
En wat een veelzeggende foto's!
Wat mooi geschreven en wat dankbaar dat jullie dit doen.
Wat heerlijk om jullie verhalen te lezen. Uiteraard doen jullie “kiekjes” het ook goed. Hartverwarmend! Mooi dat in deze heftige tijd jullie “een zakje” bijdragen. Het maakt mijn wereldbeeld toch iets mooier 💋
Wat voor ons een klein gebaar is, is voor hen een groot gebaar.
Zo te zien nog spullen genoeg om uit te delen, succes!