Vrouwenwerk

18 november 2017 - Serrekunda, Gambia

De titel doet vermoeden dat het verhaal vandaag over ons gaat; drie vrouwen aan het werk in Gambia, maar niets is minder waar. Vanmorgen haalde Alhagy ons stipt op het afgesproken tijdstip op. We waren bepakt en bezakt; genoeg water, fotocamera’s, pepermuntjes en mentosjes en  lege waterflessen en vooral veel geld. De 37 dozen die inmiddels in Banjul staan (al twee weken) zijn nog niet vrij gegeven dus die kunnen we nog niet sorteren en uitdelen. We hopen dat het vrijgeven een dezer dagen zal gaan gebeuren. We zijn naar Serrekunda Market gereden. De drukste markt in de buurt. Ze noemen het ook wel de Lady’s Market. Al vlot bleek waarom; het zijn vooral de vrouwen die hun spulletjes aan de welbekende ‘man’ willen brengen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is te koop; dooie kippen en levende kippen (beide bivakkeren in de brandende zon bij 35 graden), pepertjes, tomaten, cassave, bh’s, shirtjes, zeep, olie, slippers, schoenen, onthoofde geiten bij de ‘slager’ (tevens in de brandende zon en 35 graden) kettingen, bodylotion, drankjes in plastic zakjes die gekoeld of bevroren zijn etc etc. De vrouwen zitten zelf ook de hele dag op de markt, in de brandende zon en bij 35 graden. Op de vraag waar de mannen dan werken, lacht Alhagy een keer en roept dat de Gambiaanse mannen doorgaans lui zijn. Zij roepen van alles, maar de vrouw doet het werk. Natuurlijk geldt dit niet voor alle mannen, maar het gros kan bij de luiaards worden gerekend.

Na een warme tocht over de markt vergapen we ons aan het straatbeeld dat we zien tijdens het rijden in Alhagy’s mooie, schone auto. We zien allemaal banken, koelkasten, potten en pannen buiten staan. Iedereen verkoopt wel iets en het staat allemaal in zogenoemde ‘shops’ waar ze hun reclame en de naam van de winkel geschilderd hebben op de buitenkant. Het verkeer gaat alle kanten op. Brommers slingeren tussen taxibusjes (met geiten bovenop en minimaal 15 mensen erin) door, een vrachtwagen komt voorbij en ineens moet je aan de kant voor een fietser met enorm veel takken achterop of een ezelskar wil ineens voor je langs. Alles is mogelijk in Gambia. We stoppen ergens onderweg om 15 zakken rijst te kopen. Elke zak is 25 kilo en kost 12 euro 50. 325 kilo tillen we de auto in. Elke man (!) die in de buurt staat wil wel helpen met sjouwen. Maar wij laten ons niet aan de kant schuiven; wij tillen gewoon lekker mee. Spontaan stoppen alle mannen en kijken ze alleen maar. Ze lachen hard, roepen: “Kijk die sterke vrouwen daar!” Tja, dat zijn ze in Gambia niet gewend, vrouwen horen niet die zware zakken te tillen. Dat is dan wel weer mannenwerk. We vervolgen onze reis naar de steengroeve waar vrouwen (en soms mannen) 3 maanden lang, 6-7 dagen per week, 8-10 uur per dag met de hand stenen bikken om vervolgens (als  ze per individu een truck vol hebben) ongeveer 60 euro te krijgen. We stoppen bij een dame die hard werkt met gereedschap dat uit elkaar valt van ellende. Zij krijgt een zak rijst en is de koning(in) te rijk. Zij blijft ‘Abarakka’ roepen naar ons en wij gaan door naar de volgende. We delen 11 zakken rijst uit. Een van de laatste zakken die we daar uitdelen geven we aan een dame die ons niet ziet aankomen. Zij draait zich verbaasd en verrast om. We blijven even praten en lopen dan zwaaiend weg, laten haar verbaasd achter. Als wij in de auto stappen om verder te gaan roept zij ons en vraagt ons te wachten. Ineens komen er van links 2 vrouwen aan met een doek om het onderlijf geslagen en nog nat van het badderen in het water dat ergens in de steengroeve nog ligt, zo na het regenseizoen. De vrouwen kijken ons hoopvol aan. Wij kijken elkaar aan en knikken. Ook deze vrouwen krijgen allebei een zak rijst. Dansend en zingend laten ze hun dankbaarheid zien. Zodra we in de auto zitten, vragen we Alhagy of de eerste dame de andere twee geroepen heeft. Hij bevestigt dat en vertelt dat de eerste dame had geroepen dat er mensen waren die op zoek waren naar vrouwen die werken in de steengroeve. We zijn verbaasd…. Hebben ze niet geroepen: “He, schiet op, hier wordt rijst uitgedeeld”? Alhagy maakt duidelijk dat dat niet het geval is. Nou, dat zou in Nederland wel gebeurd zijn, vermoeden wij.

We praten verder over de verschillen tussen Gambia en Nederland. Alhagy vertelt dat de brandweer eindelijk aankomt bij een brand en dat dan blijkt dat in de tank geen water zit…. Tja… foutje…maar dat gebeurt meer dan eens. Wij vertellen dat in Nederland de ambulance binnen tien minuten op de plek aanwezig moet zijn. Als dat niet het geval is, volgt er een compleet onderzoek en verbeterplan. Alhagy vertelt dat er een ambulance is, maar dat die accu stuk was en dus niet rijdt. In Nederland moet je tig dure rijlessen volgen, een theorie-examen en een praktijkexamen doen en in Gambia gebeurt het dat een jongen op de bank zit en komt iemand hem gewoon een rijbewijs brengen zonder dat hij weet hoe de wielen van de auto rond gaan. Jullie begrijpen dat je dan wel de juiste connecties en de juiste hoeveelheid geld moet hebben;-)

Er blijven nog vier zakken in de auto liggen. We gaan ze uitdelen op compounds waarvan we vermoeden dat het hard nodig is. Mensen zijn blij, vrolijk, dankbaar, danken God /of  Allah en wensen ons (jullie dus ook, aangezien jullie het mogelijk maken dat we dit kunnen doen) een lang leven en alle goeds toe. Zoals Alhagy het zo passend zei:

“Everybody needs it, but you have to look for the most needy”

Iedereen heeft het nodig, maar je moet zoeken  naar de mensen die de rijst het hardst nodig hebben.

Foto’s

3 Reacties

  1. Miranda:
    18 november 2017
    Wat mooi geschreven en wat doen jullie goed werk daar. Toppers.
  2. Jolanda:
    18 november 2017
    Wat fantastische verhalen meiden, het is net of we mee kunnen kijken met jullie. Ga zo door!
  3. Lonneke Verhage:
    19 november 2017
    Wauw! Wat fijn dat jullie dit kunnen doen. Tranen op mijn wangen, want ik zie het voor me hoe die mensen reageren. Bedankt dat ik het met jullie via deze weg mag meebeleven. Dikke knuffel